Zelf vond ik het bruine jaren 80 fornuis met de rokende turbo oven en het luidruchtig tikkende klokje eigenlijk de mooiste. Maar niemand heeft de moeite genomen het in volle glorie op de foto te zetten.
Het klokje had een handje. Als je de timer op het handje zette, kon je de oven gewoon aanzetten zonder de timer in te stellen.
Het witte fornuis in de achterkeuken heeft soms ook een helpend handje nodig. Als het oranje lichtje niet gaat branden, nadat je de timer en de temperatuur hebt ingesteld, mag je met de handpalm voorzichtig een klapje geven tegen de knop. Dit noemen wij de Jan-Marinus methode.
Als ik de oude fotoos terugkijk, zie ik pas hoeveel verschillende tweedehands fornuizen we in de loop der jaren versleten hebben. Onze ouders hebben ons opgevoed met een vrijzinnige voorkeur voor gebruikte artikelen. Het is mijn tweede natuur producten te kiezen die reeds een eigen leven hebben meegemaakt. Dat heb ik altijd gerespecteerd.
Helaas doen de meeste mensen een functioneel fornuis niet zonder reden van de hand. Dus om de haverklap hadden wij problemen met een apparaat dat kuren kreeg. Wat tot teleurgestelde berichten leidde van huurders, die thuis reeds ovenschotels bereid hadden voor de hele familie. Vervelend wanneer beide ovens het dan tegelijk laten afweten.

Maar God zij dank hebben we nu een gloednieuwe Pelgrim in huis gehaald, met keramische kookplaten en een ruime warme oven, met alle denkbare standen en een ouderwets knus lampje.
Natuurlijk zijn die moderne dingen zo ingewikkeld dat je een halve dag nodig hebt om de handleiding te bestuderen. Maar dan heb je ook wat.